Leven en werken in tijden van corona

Sinds begin 2020 zijn onze levens behoorlijk veranderd. Het leven in de huidige tijd heeft kenmerken van het leven met een chronische aandoening en dat heeft een grote impact. We worden gedwongen onszelf anders te gedragen dan onder normale omstandigheden. Maar ook anders dan in een crisis. Deze tijd zien voor wat ze is, langdurig niet-normaal, geeft concrete handvatten voor hoe je er zelf en als leidinggevende het beste mee om kunt gaan. Dit artikel beschrijft het chronisch abnormale karakter van de tijd van nu, de impact daarvan op onszelf en het werk en sluit af met concrete tips. En misschien verrassend: Ook uit deze tijd kan iets goeds voortkomen.

EEN niet NORMALE TIJD...

Met de intrede van het coronavirus zijn onze levens ingrijpend veranderd. In een poging het virus te bedwingen, heeft de overheid diverse maatregelen genomen. Deze hebben niet zozeer een nieuw normaal gecreeërd, als wel een chronisch abnormaal. Een constatering die overigens losstaat van de eventuele juistheid en de proportionaliteit van de maatregelen. Die verhitte discussie staat buiten de scope van dit artikel. Hier gaat het gaat over wat de huidige tijd met mensen doet op sociaal en emotioneel vlak en binnen de context van het werk. Hoe wenselijk dat allemaal is, blijft hier ook buiten beschouwing. Dat is voor een andere plaats en tijd. Tot zover de disclaimer.

'Normaal' is niet alleen dat waaraan we gewend zijn geraakt, maar ook wat gezond en natuurlijk is voor ons. Daarom is het met de tijd zo gegroeid en voor ons 'normaal' geworden.

Veel activiteiten die gezond en natuurlijk voor ons zijn, die we normaal vinden, zijn nu niet meer mogelijk. Denk aan aanraken, knuffelen, elkaars gezicht zien, ontmoeten, ‘s avonds naar buiten gaan, groepsactiviteiten, sport, ontspanning, kunst en cultuur. We lopen in een boog om elkaar heen en de ruimte voor spontaniteit en toeval, dat wat het leven levendig maakt, is geminimaliseerd. Dit alles is zonder te overdrijven abnormaal. We kunnen onszelf niet meer vrijelijk herbronnen zoals onze zuiderburen zo mooi zeggen en raken daardoor uitgeput.

 
sydney-sims-fZ2hMpHIrbI-unsplash.jpg
 

Veel leidinggevenden zetten in deze tijd een positief masker op, omdat ze hun medewerkers willen blijven motiveren. Ze willen vertrouwen blijven uitstralen. Want, zo is de begrijpelijke gedachte: "Wanneer ik laat doorschemeren hoe ik me echt voel, dan stort de boel in elkaar." Maar ondertussen voelen ze zich leeg en doen ze zichzelf geweld aan door zich anders voor te doen dan ze zich voelen. Daarmee traumatiseren ze zichzelf en tasten ook het onderling contact aan, iets dat toch al zo onder spanning staat.

andre-ouellet-NJUkH0h0R9I-unsplash.jpg

Tussen elk menselijk contact is een barrière geschoven. Een mondmasker, een plexiglas plaat, een verplichte vragenlijst of een beeldscherm. We zijn geïsoleerd geraakt van de ander. Iets wat haaks staat op ons sociale wezen.

Tegennatuurlijk is ook dat gezonde mensen nu als potentieel ziek of ziekmakend worden beschouwd. Het verandert hoe we naar elkaar kijken. Binnen gezinnen, families, vriendschappen, organisaties en generaties sluipt de behoedzaamheid, soms zelfs argwaan, binnen. Als een onstoffelijke barrière tussen mensen die onze onderlinge verbondenheid aantast. Een abnormale situatie die kenmerken heeft van een chronische ziekte.

MET EEN CHRONISCH KARAKTER...

Het Center for Disease Control geeft de volgende definitie voor een chronische aandoening:

Chronic diseases are defined broadly as conditions that last 1 year or more and require ongoing medical attention or limit activities of daily living or both.

We zijn de 1-jaars periode inmiddels voorbij, zien onze dagelijkse activiteiten ingeperkt en zitten midden in een testsamenleving. Maar hiermee houden de parallellen niet op. De effecten die het huidige abnormaal heeft op de psyche van de mens, heeft veel overeenkomsten met de impact van een chronische aandoening.

“Je instellen op een leven met een chronische aandoening vraagt om aanpassingen op een of meer gebieden van het dagelijkse bestaan, bijvoorbeeld op het gebied van de seksualiteit, het werk, het sociale verkeer, de zelfredzaamheid en de mobiliteit.
(...)
Een chronische ziekte is geen geïsoleerd probleem; het is een onderdeel van het levensverhaal (...) en het leidt vaak tot een verandering van de maatschappelijke positie van de patiënt.
— Uit 'Psychosociale aspecten van chronische aandoeningen' van Van den Boom en Schnabel (1998)

Het is niet moeilijk om de parallellen met de huidige tijd te zien. De Rijksoverheid komt met leefstijladviezen op vele gebieden, maar de psychologische consequentie van het feit zelf dat je je ineens aan allemaal nieuwe regels moet houden, dat je niet meer vrij bent om te doen wat je graag zou willen, wordt niet echt onderkend.

Een gevolg van dit alles, ook op het werk merkbaar, is dat je niet langer meer op je routine kunt varen. Je moet bewust rekening houden met ingeperkte omstandigheden en dat vreet energie. De mens vaart nu eenmaal op zijn gewoonten. Dat houdt onze hersens vrij voor belangrijker zaken zoals strategisch denken, creativiteit, prioriteren en beslissingen nemen, en dat is nu een stuk lastiger geworden. We raken mentaal vermoeid en zijn aan het overleven in plaats van aan het leven*.

EN PERIODIEKE CONTROLES.

Een andere parallel met het hebben van een chronische aandoening is het daar bij horende periodieke controlegesprek met de specialist. Voor patiënten zijn dat altijd weer spannende gesprekken, die van tevoren veel stress geven omdat er zoveel vanaf hangt. De 'specialist' in ons chronisch abnormaal is de Rijksoverheid.

Bron: www.nos.nl

Bron: www.nos.nl

De persconferenties van Rutte en De Jonge zijn als de controleafspraken bij de specialist. Je krijgt te horen hoe het er voor staat op basis van metingen en modellen en wat daar de consequenties van zijn. Aan welke leef- en gedragsregels je nu weer te houden hebt.

Zeker wanneer je de hoop hebt dat de maatregelen verlicht zullen worden en te horen krijgt dat ze juist verzwaard en verlengd worden, is de teleurstelling des te groter. Dat hakt erin. Zeker bij ondernemers die het voorbestaan van hun zaak bedreigd zien worden. Dit principe kennen chronische patiënten maar al te goed. Bijvoorbeeld wanneer er een nieuw medicijn of een alternatieve behandeling wordt ingezet in een poging een verslechtering te keren. Zo worden anno nu velen, met name ondernemers en zelfstandigen, heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees, waarbij ze tot nu toe keer op keer teleurgesteld zijn.

MOVING THE GOALPOST

Mentaal uitputtend in dit opzicht is ook het moving the goalpost fenomeen dat in de maatregelen te herkennen valt. Dat principe gaat spelen wanneer eerst wordt beloofd dat, wanneer we ons aan bepaalde regels houden zoals social distancing, we onze vrijheid weer terug krijgen. Waarna de regels worden veranderd, bijvoorbeeld door de testsamenleving in te voeren. Wederom houden we ons eraan om het doel te bereiken en wéér worden de regels veranderd, bijvoorbeeld door een avondklok in te voeren en mutaties als nieuwe bedreiging en een vaccin als dé redder te presenteren.

Inmiddels is duidelijk dat ook een massale vaccinatie niet zal leiden tot een volledige terugkeer naar het oude normaal, maar de 1,5 meter en de mondmaskers nog wel even zullen blijven. En zo schuift de finishline steeds een stukje op, wanneer we er voor ons gevoel bij in de buurt komen. Dat proces sloopt onze veerkracht. Net zoals het zien van vertegenwoordigers van de Rijksoverheid zelf, die het niet zo nauw nemen met dezelfde regels als waar wij ons aan te houden hebben. Nogmaals voor de duidelijkheid, dit is niet bedoeld als een inhoudelijk oordeel over de (opeenvolging van) genomen maatregelen, maar gaat over de psychologische consequenties ervan.

IMPACT OP HET WERK

Het meest in het oog springt natuurlijk de impact op de zogenaamde essentiële beroepen. Het onderwijs heeft meerdere keren, en steeds op korte termijn, hun werkzaamheden volledig moeten omgooien. Omdat dit niet eerder zo is voorgekomen, lagen er geen draaiboeken klaar hoe hiermee om te gaan. Voor het online lesgeven lagen er flinke technische uitdagingen en werden leraren gedwongen om buiten hun comfortzone te treden. Uiteraard kreeg ook de zorgsector de volle laag en werd gedwongen de grenzen van het aanpassingsvermogen op te zoeken. En doet dat nog dagelijks. Veel winkeliers, diensverlenende bedrijven en ZZP’ers werden gedwongen de tent te sluiten, met alle gevolgen van dien. In het oog springende zaken waarover al veel geschreven is.

david-matos-xtLIgpytpck-unsplash.jpg

Minder in het oog springend, maar tevens met grote impact, is dat voor veel mensen het werk zich grotendeels heeft verplaatst naar het thuiswerken van achter een beeldscherm. Dat is niet zonder gevolgen. Volledig digitaal werken legt een flink beslag op je werkgeheugen en dat vermindert de ruimte voor intuïtie, gevoel, creativiteit en je verbinding tot de ander. Het activeert namelijk sterk je prefrontale cortex, een gedeelte van je hersenen dat energie-intensief is. Die energie daar is evenwel beperkt beschikbaar en je wilt de kracht van je prefrontale cortex het liefst gebruiken voor de zaken die de grootste toegevoegde waarde geven, zoals het al eerder genoemde prioriteren en strategisch denken*. Gevolg: Je raakt sneller het overzicht over je werkzaamheden kwijt en dat voelt niet fijn.

De verleiding om een narrig gevoel te verhelpen met social media of het surfen op het internet, is groot. Je zit toch al achter je laptop en dan is een uitstapje voor je dopamine fix gauw gemaakt. Probleem is alleen dat een kort uitstapje zomaar een omleiding van een uur of meer kan worden. Waarna je je alleen maar slechter voelt en je helemaal niets orgineels meer uit je vingers krijgt! Het is ook niet voor niets dat voor deep thinking wordt aangeraden om onbereikbaar te zijn en je computer uit te zetten. En zie dat maar eens voor elkaar te krijgen dezer dagen.

Ook leiderschap staat onder druk. Wanneer je als leidinggevende normaal gesproken op de werkvloer rondloopt, heb je aan een paar minuten, soms zelfs seconden, genoeg om te weten wat er speelt. Je ziet in een oogwenk hoe de dingen lopen en kunt kleine zetjes geven die zorgen voor directe bijsturing. Werkend vanuit huis is dat anders. Je moet afwachten totdat je in de gaten krijgt dat er bijsturing nodig is en mist dan vaak de details en de context die je live wel meekrijgt. Al je waarneming gaat via je mentale filter en dat maakt beeldschermvergaderingen vermoeiender dan je op het eerste gezicht zou denken. En leveren ze ook minder op qua interactie en vernieuwende ideeën.

chris-montgomery-smgTvepind4-unsplash.jpg

Het kijken naar een mozaiek met pratende gezichten prikkelt nou niet bepaald de gezamenlijke creatiekracht.

Zelfs niet met een grote mok koffie naast je scherm.

Voor goed werk heb je beide hersenhelften nodig. En natuurlijk je hart en de rest van je lijf. Dat is nu niet meer vanzelfsprekend mogelijk en daardoor krijg je op een dag kwantitatief én kwalitatief minder gedaan, dan wat je normaal gesproken voor elkaar krijgt. Dat geeft je een onbevredigd gevoel aan het eind van een werkdag en dat frustreert. Je gaat balen van jezelf. Zeker wanneer je ook nog eens een extravert persoon bent en veel van je energie haalt uit directe sociale contacten. Ons gevoel van maatschappelijke waarde te zijn, wordt aangetast en dat heeft consequenties.

“No other technique for the conduct of life attaches the individual so firmly to reality as laying emphasis on work; for his work at least gives him a secure place in a portion of reality, in the human community.
— Sigmund Freud

WERK EN PRIVE VERSMELTEN. OF BOTSEN.

Werk is belangrijk voor de mens. Voor Freud was werk zelfs de belangrijkste uitlaatklep van het libido**. Je kunt er allerlei drijfveren en aspecten van jezelf in kwijt, die je niet zomaar in je privéleven kwijt kunt. Een complex mens, en dat zijn we hopelijk allemaal, heeft verschillende kanten en kwaliteiten die erom vragen geleefd te worden. Het is daarom volkomen normaal wanneer je je op je werk anders opstelt, dan thuis. Het maakt je compleet. Wanneer je bijvoorbeeld een competitieve inslag hebt, dan kun je daar beter uiting aan geven op het werk of bij het sporten, dan in je relatie. Laat staan binnen je gezin.

Door de coronamaatregelen is de relatie werk-privé veranderd. Kantoren staan leeg omdat mensen grotendeels vanuit huis werken. De kanten van jezelf die buitenshuis kwijt kon, moeten nu worden onderdrukt of doen ineens thuis hun intrede. Je privé-kant loslaten en je werk-kant activeren, is bovendien niet makkelijk wanneer alles om je heen je herinnert aan je privéleven. Een externe locatie voor je werk hebben, helpt je om je in de juiste mindset te brengen. In psychologentaal: het primed je voor je werk. Dat missen we nu. Er wordt veel meer gevraagd van je zelfmanagement.

charles-deluvio-r3Dae5EUDvA-unsplash.jpg

Daarnaast zul je, wanneer je een relatie hebt en wanneer er ook nog eens kinderen in het spel zijn, onderling veel meer afspraken moeten maken. Wie mag er op welk moment videovergaderen, wie werkt waar in huis, wiens werk krijgt prioriteit en wie past er op de kinderen. Dat soort afspraken. Zeker omdat de regels rond scholen ook meerdere keren veranderd zijn, moeten de afspraken rondom kinderen steeds weer herzien worden. Het gaat niet vanzelf allemaal en dat levert stress op. Het vraagt om een flexibiliteit die je niet altijd kunt opbrengen.

Ouderschap vraagt in deze periode ook meer van je. De structuur van het naar school gaan is weggevallen en zie oudere kinderen maar eens te enthousiasmeren voor een online les op de vroege ochtend, zittend achter hun bureau met de boeken paraat. Ze kunnen bovendien hun energie niet meer kwijt bij het sporten of uitgaan met vrienden en vriendinnen. Opgepotte energie zoekt altijd een ontlading en ook dat zul je thuis merken.

Natuurlijk is het schattig wanneer kinderen onverwachts in beeld komen of breekt het de spanning wanneer een echtgenote met een omgeslagen badhandoek door het beeld loopt, maar als Dauerzustand is dat niet ideaal. Het is een teken dat het behelpen blijft. Veel mensen lopen al met al met het gevoel rond, dat ze zowel op het werk als in hun privé verplichtingen tekortschieten en die situatie doet wederom denken aan de chronische aandoening.

ROUWEN MOET, ACCEPTEREN KAN LASTIG BLIJVEN

Een goede omgang met een chronische toestand vraagt om rouwen. Rouwen om wat je bent kwijtgeraakt, of dat nu regie over je eigen leven, vrijheid, ruimte voor spontaniteit of je toekomstplannen is. Maar ook rouwen om het missen van schijnbaar kleine dingen als een festival, uitgaan, direct klantencontact en dergelijke. In ons chronisch abnormaal komt het neer op rouwen om verloren tijd en alles wat je daarmee had kunnen doen. Die realiteit onder ogen zien en alle daarbij horende gevoelens toelaten, doet pijn. Het doet verdriet en dat wil je liever vermijden. Het lijkt makkelijker om dit te negeren, maar wanneer je het wegstopt, kom je later altijd weer tevoorschijn. Je komt dan niet verder. Acceptatie gaat met stukjes en beetjes, dus neem er de tijd voor. Soms is dat alleen niet volledig haalbaar.

Anders dan bij een echte chronische aandoening raken de huidige maatregelen je ook wanneer je zelf niets merkt van het coronavirus. In dat geval is volledige acceptatie bij jezelf afdwingen, onrealistisch. Er zal gevoelsmatig altijd iets blijven wringen, ook wanneer je de reden van de maatregelen prima kunt begrijpen. Dat is gewoon menselijk. De kunst wordt dan om een constructieve uiting te geven aan de weerstand en de onvrede die je voelt.

EEN NIEUWE BALANS VINDEN

De sleutel om weer balans te vinden in het chronisch abnormaal, is het concept van locus of control. Kort gezegd staat dat voor de mate waarin iemand de oorzaken van wat hem of haar overkomt bij zichzelf, of juist buiten zichzelf, zoekt.

“Een interne locus of control duidt erop dat iemand gelooft dat hij/zij zelf verantwoordelijk is voor het succes (of het falen) van zijn pogingen om een doel te bereiken.

Een externe locus of control duidt erop dat iemand meent dat de resultaten (of het gebrek aan resultaten) van zijn pogingen om een doel te bereiken toe te schrijven zijn aan oorzaken buiten zichzelf, zoals geluk, de overheid, andere mensen, enzovoort.

 
Locus of control.jpg
 

Of je een chronische aandoening krijgt of niet ligt doorgaans buiten je eigen invloedssfeer. Een chronisch patiënt krijgt daarmee automatisch een grotere externe locus of control***. Het probleem daarmee is dat het mensen angstig, afhankelijk, reactief en depressief kan maken. Dat zien we nu ook op collectieve schaal gebeuren. Rond het coronavirus is er voornamelijk sprake van externe bedreigingen, maatregelen en oplossingen. Bijna koortsachtig houden sommige mensen het nieuws in te gaten en worden daar niet beter van.

Balans terugbrengen vraagt om het vergroten van je interne locus of control, een meer proactieve, volwassen omgang met de realiteit. In relatie tot chronische aandoeningen zien we dat zo terug:

There is a greater tendency for people with a strong internal locus of control to exhibit more information seeking behavior, and to adopt an active, problem-solving and intellectual approach to cope with their chronic situation.***

Zoek naar waar je wel invloed op hebt en focus daarop. Ga bijvoorbeeld werken aan je immuunsysteem en introduceer bewust nieuwe (werk)gewoonten in je leven. Werkafspraken kun je buiten laten plaatsvinden. Samen buiten lopen zorgt voor meer zuurstof naar je hersenen, stimuleert creatieve ideeën en laat je vrijer denken en praten. Wissel met je collega's uit wat voor jou werkt en wat juist niet, als een soort lotgenotencontact.

Een groot voordeel van deze tijd is dat we allemaal in het zelfde schuitje zitten en daardoor minder zwaar tillen aan verstoringen of technische problemen. Zoals een hond die gaat blaffen tijdens een online gesprek, een verbinding die plots wegvalt of wanneer Teams weer eens opspeelt. Deze nieuwe relaxtheid is iets om erin te houden. Het verkleint de externe locus of control, want je neemt de dingen niet meer zo persoonlijk en zwaar.

Op de hoogte blijven van de maatregelen en ontwikkelingen rond corona, wil niet zeggen dat je er 24/7 mee bezig moet zijn. Laat je geest, net als bij een chronische aandoening, er niet door beheersen. En wanneer je er weer eens stevig van baalt allemaal, praat het dan vooral van je af, afgewisseld met gesprekken waarin je het over hele andere dingen hebt.

Breng je op deze manier de interne en externe locus of control meer in balans, dan kun je jezelf prima staande houden in het chronisch abnormaal.

WAT KUN JE CONCREET DOEN

Met ontkennen dat er een virus heerst of dat externe maatregelen een beperkende invloed op jouw welbevinden hebben, schiet je natuurlijk niets op. Maar met denken dat jij alles wel aankunt of kunt beïnvloeden, evenmin. Het gaat om de combinatie van rouwen om verlies, het verkleinen van je externe en het vergroten van je interne locus of control. Heel concreet kun je daarvoor het volgende doen:

  • Wees mild voor jezelf en je team. Verwacht niet dezelfde prestaties als voorheen en maak dat ook duidelijk. Het haalt druk van de toch al onder spanning staande ketel.

  • Neem de tijd om te rouwen en te wennen. Je kunt nu eenmaal niet van de ene op de andere dag volledig gewend zijn aan het chronisch abnormaal. Neem de tijd om te verwerken wat je kwijt bent geraakt.

  • Maak duidelijke afspraken met je medewerkers over zaken als bereikbaarheid en voorkom dat ze in de knel komen met verplichtingen thuis. Vergeet niet om ook thuis goede afspraken te maken.

  • Zorg voor goede faciliteiten. Minimaliseer de impact van de beperkingen, door ervoor te zorgen dat de faciliteiten voor het werken vanuit huis optimaal zijn. IT-technisch uiteraard, maar denk bv. ook eens aan een sta-bureau. Bonus-tip: veel cao’s bieden hiervoor mogelijkheden die nog niet bij iedereen bekend zijn.

  • Onderken dat je steeds weer moeten aanpassen aan veranderende omstandigheden en mogelijkheden slopend is. Geef dat ook aan aan je medewerkers.

  • Werk aan nieuwe gewoonten en kijk daarvoor naar wat nog wél kan. Nieuwe routines maken mentale ruimte vrij voor creativiteit en belangrijk denkwerk. Bijvoorbeeld een dagelijks ommetje tussen de middag. Ben je leidinggevende, help je mensen dan hierbij. Bijvoorbeeld door samen een lijst te maken van wat op dit moment erg lastig wordt gevonden en een lijst van opties. Vaak is er meer mogelijk dan je op het eerste gezicht denkt.

  • Laat alle emoties toe, druk ze niet weg, maar blijf er ook niet in hangen. Even van je afpraten met ‘lotgenoten’ helpt. Nodig als leidinggevende hiertoe uit. Help mensen zich te openen én help ze om verder te gaan. Van blijven hangen in klagen, somberen of jezelf opwinden, wordt niemand beter.

  • Laat je niet teveel beïnvloeden door hoe anderen omgaan met deze situatie, want zij hebben niet jouw karakter, kennis en ervaringen.

  • Ga regelmatig offline en naar buiten. Moedig dit als leidinggevende actief aan bij je medewerkers.

  • Blijf met elkaar in gesprek en voorkom polarisering in je (werk)omgeving. Respecteer elkaars standpunten en agree to disagree. Dit moet uiteraard van twee kanten komen en maak duidelijk dat je dit van elkaar mag verwachten. De teamgeest bewaren is misschien wel belangrijker dan ooit, maar lastig wanneer je elkaar fysiek weinig ziet.

  • Zet jezelf niet emotioneel vast in een bepaalde positie. Word rond corona geen evangeliserende gelover of ontkenner. In deze situatie heeft niemand de absolute wijsheid in pacht. Ook de overheid en de wetenschap niet. We begeven ons op onbekend terrein, dus meerdere standpunten zijn valide en je moet ruimte houden om ‘ten halve te keren’ zodat je niet ‘ten hele dwaalt’.

  • Bewaak je grenzen, want alleen jij weet wat goed voor je is.

  • Zorg voor lichte momenten en afleiding. Al is het geen structurele oplossing, het is ontzettend belangrijk om van tijd tot tijd even de spanning er vanaf te halen en waardering te laten blijken. Bijvoorbeeld met een mooi verrassingspakket of een online borrel of teambingo. Een mooi voorbeeld is ook de Twentse ondernemer die zijn personeel een dag vrijaf gaf, op voorwaarde dat ze een sneeuwpop gingen maken en daar een foto van deelden met het team.

  • Humor helpt! Humor helpt je om beter om te gaan met stress en tegenslag. Het brengt verlichting in donkere tijden en relativering in de zwaarte. En kun je het zelf even niet opbrengen, zoek dan iemand op die jou opvrolijkt want we're all in this together.

  • Deel inzichten en levenslessen. Het afgelopen jaar heeft ontzettend veel losgemaakt en zeker niet alleen maar negatief! Allerlei dieperliggende issues zijn aan de oppervlakte gekomen en misschien heeft dat je iets gebracht, waardoor je nu anders in het leven staat. Of heb je bepaalde beslissingen genomen voor de toekomst. Of zijn er dingen die je voortaan niet meer gaat doen of die je juist bent gaan oppakken. Draag dat uit naar mensen in je omgeving en vraag ook hen naar hun inzichten. Het maakt ook de positieve opbrengst van deze verre van normale tijd zichtbaar en dat geeft perspectief.

Tot slot nog dit: Wees er bedacht op dat wanneer het leven weer ‘normaler’ gaat worden, de prijs van de afgelopen periode pas echt voelbaar wordt. Vaak gaan we maar door en door en laten we de vermoeidheid pas toe wanneer het weer ‘veilig’ is. Dat zijn hele risicovolle en kwetsbare momenten! Ga dan niet ineens volle bak proberen in te halen wat je denkt achter te lopen. Zorg voor herstel en bouw langzaam weer op. En het belangrijkste: Integreer de lessen van de afgelopen periode in je leven, want dan is het zeker geen verloren tijd geweest, maar kom je er juist als een wijzer mens uit.

Ongetwijfeld zijn er nog veel meer tips & tricks die van toepassing zijn op leven en werken in deze bijzondere tijd. Die hoor ik graag, dus laat ze vooral als commentaar achter. Wel zullen, in lijn met de tip hierboven, polariserende reacties worden verwijderd.

Take care!

Dirk Anton van Mulligen


*) Your Brain at Work: Strategies for Overcoming Distraction, Regaining Focus, and Working Smarter All Day Long - David Rock, 2009.

**) “No other technique for the conduct of life attaches the individual so firmly to reality as laying emphasis on work; for his work at least gives him a secure place in a portion of reality, in the human community. The possibility it offers of displacing a large amount of libidinal components, whether narcissistic, aggressive or even erotic, on to professional work and on to the human relations connected with it lends it a value by no means second to what it enjoys as something indispensible to the preservation and justification of existence in society. Professional activity is a source of special satisfaction if it is a freely chosen one — if, that is to say, by means of sublimation, it makes possible the use of existing inclinations, of persisting or constitutionally reinforced instinctual impulses." - Uit: Civilization and its Discontents - Sigmund Freud, 1930.

***) Uit: Locus of Control and Reaction to Illness - Boey Kam Weng, 1984.